Zilveren Kruis Achmea loop 2011

Vandaag heb ik mijn eerste halve marathon gelopen. Deze wens had ik voor het begin van dit jaar al maar toen liep ik te hard van stapel met een blessure en een hernieuwde poging tot gevolg. Om een beetje in de sfeer te komen en om mijn broer te supporten ging ik eerst kijken bij de andere afstanden. Daarna was ik aan de beurt. Ik had met enige aarzeling besloten de FiveFingers aan te trekken. Ik dacht: moet kunnen.

De loop is populair want ik was niet bepaald de enige bij de start. Opmerkelijk vind ik dat er wel bijna 1000 mensen (voornamelijk heren) zo gek waren om de halve marathon te gaan lopen. Blijkbaar ben ik niet de enige met zo’n vreemde hobby. Nog een paar keer werd ik aangesproken vanwege mijn vreemde schoenen (FiveFingers). Er was ook iemand die had ze wel in een blad zien staan, maar nog nooit in het echt. Na ± een kwartier wachten mochten we het startvak in en een paar minuten later klonk het startschot. Ik bevond me ergens in het midden omdat ik verwachtte daar het minste last te hebben van inhalers en ingehaalden. Het eerste stuk was gelukkig breed genoeg om gedrang te voorkomen. Op het fietspad langs de randweg was het wel smal maar hier was de loopsliert al zodanig uitgedund dat iedereen genoeg ruimte had. Op het Visserspad vond ik de harde ondergrond ineens niet meer zo comfortabel. Aan het einde liep ik een stukje door het gras omdat ik het idee had dat mijn voeten in de fik stonden. Vanaf het tunneltje onder het spoor bij Zandvoort (op de helft) werd ik links en rechts ingehaald. Eerst dacht ik: Die mensen hebben de eerste helft rustig aan gedaan en gaan de 2e helft volle bak er tegenaan. Maar dat was niet het geval. Ik bleek langzamer te gaan. Ik was op schema voor een tijd van 1:50, Naarmate ik dichterbij de finish kwam was het nog maar de vraag of ik de 2 uur zou gaan halen. Onderweg was ik blij met elke waterpost. Daar had ik een goede reden om even te stoppen. Rennend drinken uit een bekertje laat het water steevast in het verkeerde keelgat terechtkomen. Onderweg stonden mijn broer en schoonzus nog op 3 plaatsen om mij aan te moedigen. Ook werd er ineens “Jesse, Jesse” geroepen door ogenschijnlijk onbekenden. Ik realiseerde me op dat moment niet dat mijn naam onder mijn startnummer stond. Elke afleiding is meegenomen als je het zwaar hebt. De laatste kilometer wist ik nog enigszins te versnellen omdat ik anders niet binnen 2 uur zou binnenkomen. Het laatste stukje was leuk vanwege het vele publiek. Dat deed me een beetje denken aan Via Gladiola op de laatste loopdag in Nijmegen. Ook leuk was dat, mede door het mooie weer, overal, ook op de eindeloze stukken in de duinen, wel publiek stond (of zat).

Eenmaal thuis heb ik mijn voeten geïnspecteerd. De reden van de brandende voeten was blaarvorming. Misschien was mijn techniek niet optimaal, misschien had ik te weinig trainingskilometers in barefootstyle op verharde ondergrond. Waarschijnlijk hebben beide oorzaken bijgedragen aan mijn 4 blaren, waarvan er 1 al was afgesleten. De rest van de blaren doorgeprikt.

Nu, 3 dagen daarna, had ik verwacht weer voldoende te zijn hersteld. Van de blaren heb ik geen last meer. De spierpijn is grotendeels weg, behalve in mijn kuiten. Vooral mijn rechtkuit. Dat ziet er somber uit voor a.s. zondag (Wijckloop). Ik zou het jammer vinden als ik de loop niet zou kunnen doen. Vandaar dat ik wat tips van internet heb gehaald om het herstel te bespoedigen. Masseren met ijs en rekoefeningen. Pijn in de kuiten na het lopen op blote voeten of minimalistische schoen komt vaker voor. Het kan komen door het ontbreken van het hoogteverloop in conventionele schoenen. Je hebt dan langere spieren nodig. Dat heeft tijd nodig. Meer tijd blijkbaar dan ik dacht.

Ik heb in ieder geval weer een hoop geleerd hiervan.


Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.