Opeens heb je het, je wordt alpinist

Na anderhalf jaar hielspoor was ik een beetje moedeloos geworden. Ik had vorig jaar al ontdekt, na het beklimmen van de Mulhacén, dat dit geen negatief effect had op mijn hielspoor. Twaalf uur achter elkaar wandelen zonder pijn bleek gewoon mogelijk. Daarna heb ik diverse keren zonder succes geprobeerd hard te gaan lopen.

Ik vind het leuk om in de zomervakanties een avontuur te beleven. Het liefst loop ik dan een spannende uitdagende bergtrail. Vanwege de hielspoor zat dat er nog steeds niet in dus zou ik wel weer een flinke berg kunnen gaan bewandelen. Omdat ik vorig jaar de hoogste berg van Spanje had beklommen (althans, de hoogste berg van het Spaanse vasteland), leek het me leuk om nog meer hoogste bergen van landen te beklimmen.

Mijn oog viel op de Zugspitze, de hoogste van Duitsland. Net geen 3.000m hoog. Dus ongeveer 500m lager dan de Mulhacén. Net als bij deze Spaanse berg ging ik op WikiLoc op zoek naar een geschikte wandelroute naar de top. Dat leek bij deze berg niet zomaar te doen vanwege de klettersteigroutes. Toen ik verder zocht zag ik dat er georganiseerde tochten werden aangeboden. Onder andere door het Nederlandse Mountain Network. Ik bewaarde de bookmark naar hun website.

Na een paar maanden bleek de drang om dit te willen doen groot genoeg om de tocht daadwerkelijk te boeken. Vlak na de boeking bleek dat de voorbereidingsdag een paar dagen later al was. Gelukkig was die nog niet geweest en kon ik die ook meepakken.

Op de voorbereidingsdag, in een klimhal in Nieuwegein, maakten we kennis met onze groep, kregen we uitleg over het programma, uitleg over de benodigde uitrusting en de fysieke eisen. We gingen vervolgens klimmen in de klimhal met instructie hoe je dat het beste kunt doen. Niet klimmen met je armen, voornamelijk je benen gebruiken en zo klein mogelijke stappen omhoog maken.

Ik moest de nodige uitrusting nog bij elkaar zien te krijgen. De aangegeven spullen waren voornamelijk erg duur. En sommige uitrustingsstukken vond ik niet echt noodzakelijk, wat achteraf gezien bleek te kloppen. Er werden erg veel lagen aanbevolen. Thermolagen, donsjassen, enz. Uiteindelijk bedacht ik dat een dun shirt, een dikker shirt, een longsleeve, een softshell vest en een hardshell jas ruim voldoende was.

Ik kocht bij Decathlon een nieuw softshell vest. Een afsluitende donkere zonnebril, een regenbroek met hoge ritsen. Bij BaseCamp in Den Haag huurde ik de benodigde categorie drie of vier bergschoenen en een hardshell jas. Dit zijn hele dure uitrustingstukken. Een klimharnas, een helm en een klettersteigset werden verzorgd door de organisatie.

Ondertussen was ik toch weer aan het hardlopen en constateerde dat ik langer kon hardlopen zonder pijn in mijn voet achteraf. Ik liep de groene route van 6km. Ik liep verder en verder. Ik liep uiteindelijk tot bijna 20km aan rondjes over de Brederodeberg. Zonder een centje pijn.

Enkele weken voor het gebeuren kregen we de contactgegevens van de andere mensen van onze groep. Dit was handig om iets af te kunnen spreken om samen te trainen of te reizen. Ik maakte een appgroep aan en vroeg hoe de anderen daarheen reisden. Ik bleek mee te kunnen reizen met een deelnemer uit Den Haag. Toevallig had hij ook spullen gehuurd bij BaseCamp. Hij was zo vriendelijk mijn spullen daar op te pikken, een dag voor vertrek.

Enkele weken voor vertrek begon ik met traptrainingen. De trap tussen de Midden Duinendaalseweg en de Hoge Duinendaalseweg is ongeveer twintig meter (net iets minder). Ik heb een paar treden opgemeten, het gemiddelde genomen en dit vermenigvuldigd met het aantal traptreden. Als je vijftig keer omhoog loopt heb je één verticale kilometer overbrugd. Die vijftig keer heb ik deze trainingsperiode niet gehaald, maar wel tijdens mijn trainingen voor de Vertikal K serie, een experimenteel NK met een serie verticale kilometers.

Het leuke is, dat deze trap een heel bijzondere omgeving is. Je loopt hier door een van de rijkste stukjes van Nederland. Grote prachtige villa’s in tuinen met veel hoogteverschil. Veel trappen, veel bijgebouwen, boomhutten groter dan mijn eigen huis. Tijdens het belopen van de trap is er soms een concert aan de gang in het openluchttheater Caprera, hier hemelsbreed 200m vandaan. Soms kom je andere mensen tegen die deze trap ook opgenomen hebben in hun training. Die kom je dan bijvoorbeeld tien keer tegen tijdens een training. Bij een net iets afwijkende training maakte ik nog meer hoogtemeters per klim. Ik liep door tot de top van de uitkijktoren. Dit herhaalde ik tot het hek van de uitkijktoren werd gesloten door het personeel van het pannenkoekenhuis. Bijna was ik ingesloten bij de uitkijktoren. Maar gelukkig doen ze altijd en check en roepen: ‘is daar iemand, boven?’. Bij geen gehoor gaat het hek dicht. Dus als je daar een keer wilt overnachten: hou gewoon je mond.

De dag vóór de eerste klimdag wilden we een beetje op tijd vertrekken, dus spraken we af dat ik de eerste trein naar Den Haag zou nemen. Die zou daar dan rond zes uur aankomen. Er was wat gedoe met het spoor, dus ik moest eerst met de bus naar Hoofddorp en vanaf daar met de trein naar Den Haag. Dat lukte. Ik kon dus op tijd instappen bij mijn reisgenoot. Onze reis ging voorspoedig. Af en toe stopten we voor koffie of benzine en ondertussen praatten we en luisterden we naar zijn seventies playlist. De tijd vloog voorbij.

Hij had al een accommodatie geboekt in de buurt van Memmingen. Ik had dat vervolgens ook gedaan. Ik kwam terecht bij een paardenranch waar ze een aantal blokhutjes hebben voor slechts vijftig euro per nacht. Alles op die ranch was volledig in het thema paard. Dus ook alles in het huisje, tot het dekbedovertrek aan toe. Na wat bijkomen van de reis en een douche, liep ik door het best wel grote Memminger Stadswald naar het centrum van Memmingen. Het was warm, dus ik was blij dat ik het grootste deel van de wandeling onder de bomen kon lopen. Memmingen is een klein stadje qua inwoners, maar het centrum is relatief groot. Veel kleurige huizen. Het ziet er vriendelijk uit. We streken neer bij een restaurant voor een biertje en omdat het een prima plek was besloten we er te blijven zitten voor het avondeten.

De volgende ochtend moesten we nog bijna twee uur rijden naar Garmisch Partenkirchen. Onderweg zag je de bergen dichterbij komen en langzaam maar zeker kwamen we in het landschap waar onze klimroute zou gaan plaatsvinden. We parkeerden op de plek die de organisatie had aangewezen als startplek en we hadden nog tijd voor een lunch. Via de appgroep spraken we af en zo zat daar bijna de hele groep aan de lunch. Voor mij een vegetarische flamkuchen met helaas een uitzicht op een varken aan een spit. Die maaltijd was een goede bodem voor de stevige wandeling die we deze dag gingen maken.

Om veertien uur ontmoetten we onze Nederlandse gids op de parkeerplaats en kregen we de klettersteiguitrusting en deden we een voorstelrondje. Even later vertrokken we te voet richting het plaatsje Hammersbach, waar het wandelpad begint langs rivier de Hammersbach, die van de berg klettert door een prachtige kloof. Je waant je hier in een soort Eftelingattractie. Allerlei mooie paadjes, tunneltjes, trappetjes en bruggetjes voeren je door deze kloof terwijl het water dan weer diep onder je stroomt, dan weer vlak naast je en op andere momenten weer boven je hoofd omlaag sijpelt.

Zonder aankondiging was al dat wilde watergekletter plotseling afgelopen en stonden we bij onze berghut. Je kon het eigenlijk geen hut noemen. Meer een paviljoen. We kregen er een driegangenmaaltijd, dronken bier en speelden 30 seconds zonder het fysieke spel. In de hut was een aparte ruimte waar je je schoenen en sokken kon ophangen, een aparte ruimte waar je je kleding te drogen kon hangen. Goede sanitaire voorzieningen. En de slaapkamer was blijkbaar wel zoals je van een berghut kan verwachten. Er was een stapelbed voor negen mensen. Drie naast elkaar en dan drie lagen. Ik kon niet echt goed slapen, wel uitrusten.

Uiteindelijk werd het licht en stond iemand op. Ik ben er toen ook maar uitgegaan. Alles weer in de rugzak en richting de eetzaal voor koffie en ontbijt. We kregen een zeer voedzaam ontbijt dat ik met moeite weg kreeg. We kregen tevens een lunchpakket. Daar had ik eigenlijk geen ruimte meer voor in mijn rugzak.

Onze twee Duitse gidsen waren die ochtend al heel vroeg vertrokken vanuit het dal om dezelfde wandeling te maken die wij de dag ervoor hadden gemaakt, maar dan twee keer zo snel. Ze stelden zich aan ons voor en even later gingen we op pad. Het eerste stuk was wandelen tot aan de rotsladder. Hier begon de klettersteigroute. Helm op, klimharnas aan en de klettersteigset aan het harnas. We werden verdeeld in twee groepen met elk één Duitse gids. Wij kregen de relatief jonge en ontspannen gids Andy en de andere groep kreeg veteraan drill instructor Seb. Na de ladder kwamen de door mij bevreesde pinnen langs de rotswand. Vooraf had ik bedacht dat ik dit heel eng zou vinden. Maar, om het niet enger te maken dan nodig keek ik niet naar beneden. Gelukkig was het maar een klein stukje.

Hierna was het allemaal een stuk steiler en technischer dan ik had verwacht, maar best goed te doen. Tot we de gletsjer bereikten. Hier was het was kouder en was het handig om een extra laag aan te trekken en de stijgijzers onder te binden. Bij de berghut hadden we dit geoefend, maar bij die van mij bleek de maat niet goed ingesteld te zijn waardoor de achterkant niet in het daarvoor bestemde inkepinkje van de schoen ging. Andy heeft dit op de juiste manier ingesteld en ik kon ze daarna met moeite onder mijn schoenen binden.

We liepen achter elkaar, in een spoor waar iedereen liep, de gletsjer op. Eén van ons had kramp in zijn bovenbenen. Om hem wat te ontzien droeg iemand anders zijn rugzak. Heel mooi om hier die teamspirit te ervaren. Ondertussen verloor ik twee keer mijn rechter stijgijzer. Weer vastmaken op de gletsjer is best lastig, zeker als je het idee hebt dat je het niet goed doet. De gletsjer werd steiler en we maakten onszelf aan elkaar vast met een touw. Toen we bijna boven waren verloor ik nogmaals mijn stijgijzer en besloot deze niet nogmaals om te binden. Het lukte om op één stijgijzer boven te komen zonder uit te glijden. Hier moesten we in de file wachten. Dit was het sleutelmoment van de hele tocht. De overgang van de gletsjer naar de rotsen.

Met één voet op de gletsjer en de andere voet op de rotsen, met daartussen een diep gapend gat, moesten we wachten tot we aan de beurt waren om op de rotsen te klimmen. Ik voelde mij niet echt fijn daar boven dat gapende gat, dus ik klom nog even terug op de gletsjer. Toen ik aan de beurt was moest ik al mijn kracht gebruiken om mezelf hier omhoog te werken. Er was nauwelijks grip. Gelukkig zat ik nog wel aan het touw vast. Op een richeltje kon ik bijkomen. Hier kon ik even wat drinken en eten. Even later mocht ik als eerste verder omhoog. Maar hoe? Er was nergens een plek te vinden waar ik mijn voet kon neerzetten. Gelukkig stond Andy naast me, stelde me gerust en weest de minuscule oneffenheden in de rots aan waar ik mijn tenen kon neerzetten en waar ik mijn vingers kon haken om mezelf omhoog te hijsen. En gelukkig was hier ook de staalkabel, anders was ik kansloos.

Eerst een stuk de hoogte in en daarna zijwaarts langs een rotswand boven een afgrond. Met weinig grip voor de voeten. Brrr. Niet nadenken, niet naar beneden kijken. Daarna kwamen we weer op terrein met moeilijkheidsgraad van het deel vóór de gletsjer. Zwaar, maar goed te doen. Alleen met steeds minder zuurstof. Maar onder de drieduizend meter mag je daar eigenlijk niet over klagen. Af en toe zag je de top. Die leek zo dichtbij. Maar af en toe zag je ook nog de berghut, die we vroeg in de ochtend verlaten hadden en ook nog dichtbij leek. We moesten dus nog wel een flink stuk klimmen.

Ondertussen werden we ingehaald door een stel. Deze klommen als aapjes naar boven zonder gezekerd te zijn en leken de tijd van hun leven te hebben. Ik zag ook een plakkaat aan de bergwand voor iemand die daar overleden was. Het gaat dus soms wel eens mis daar. Wij deden er echter alles aan om de risico’s zoveel mogelijk te beperken. Maar, af en toe was er toch een gevaarlijk stukje zonder staalkabel. De risico’s waren hier niet volledig uit te sluiten. We klommen gestaag verder en na verloop van tijd, iets meer dan zes uur, waren we ineens heel dicht bij de top. Ook hier stond weer een file. De top was maar klein en er stond een groot gouden kruis. Iedereen wilde hier even op het allerhoogste puntje staan en bewijsmateriaal verzamelen d.m.v. foto’s. Na ongeveer vijf minuten wachten was ons groepje aan de beurt.

Hierna moesten we een eng stukje afdalen naar de toeristische top, die een stukje lager was. Hier kwam je in een compleet andere wereld. Een gigantisch gebouw met aan de buitenkant allemaal terrassen voor het adembenemende uitzicht en een hapje en een drankje. Erg druk hier. De meesten waren hier met de kabellift gekomen. Na wat eten en drinken was het al weer tijd om in de gigantische kabellift (waar meer dan honderd personen in passen) te stappen. Dat ding is tijdens het afdalen behoorlijk stabiel en geruisloos. In ongeveer tien minuten sta je weer beneden.

Hier moesten we nog een stukje met een tandradtrein en vervolgens een gewone trein terug naar de parkeerplaats waar ons startpunt was. Hier leverden we de klettersteiguitrusting in en namen afscheid. Ik reed met mijn reisgenoot naar de naburige plaats Farchant, waar we beiden een hotel hadden geboekt. Weer even bijkomen en een welverdiende douche. Daarna aten we pizza in het enige restaurant in het dorp dat op maandag geopend was. Na de volgende dag in het hotel te hebben ontbeten, was het tijd om naar huis te rijden.

Dit keer werd er een eighties playlist aangezet. Geweldig! Onderweg stopten we een paar keer voor koffie, benzine en wat eten. Ergens zagen we brand. Misschien een bosbrand. Toen we wat verder waren zagen we dat er iets in de fik stond op de snelweg. Eenmaal dichterbij gekomen zagen we dat het een vrachtwagen volgeladen met auto’s was. Veel vuur en grote zwarte rookwolken. Op het stuk weg waar wij reden waren ze aan het werk. Eén rijstrook werd geleid over de tegengestelde rijrichting. Gelukkig reden wij daar want de andere baan stond vast. We kwamen dichter bij de brandende vrachtwagen en zagen wat ontploffingen. Zouden dat de banden kunnen zijn geweest. Ik weet wel dat een benzinetank niet zo snel ontploft (behalve in films). Het was eng om er langs te rijden. We wilden sneller maar de auto’s voor ons reden tergend langzaam. Je voelde de intense hitte dwarse door het glas van de auto. We waren er langs! Een klein wonder want er waren nog geen hulpdiensten. Die sloten even later de snelweg in beide richtingen af.

Even later ging er een Nederlandstalige playlist op, met een mix van nummers van de jaren 70 tot nu. Met een eindeloze stortvloed van ‘nutteloze’ feiten van mijn reisgenoot. Hoewel we toch meer dan tien uur in de auto hadden gezeten, was de tijd verbazend snel gegaan. Ik werd afgezet bij station Ede, omdat hij daar moest zijn. Ik nam de trein naar Haarlem en was om half acht in de avond thuis. We waren om half acht in de achtend vertrokken.

Of ik nu alpinist geworden ben? Nee, ik vrees van niet. Eigenlijk vind ik het bergwandelen, met af en toe een stukje klauteren, prima. Ook een stukje via ferrata zou ik nu zo meepakken, maar zo’n klim als deze, dat is me eigenlijk teveel. Vooral die moeilijke stukje zouden mij weerhouden om zoiets nogmaals te doen. En zo gletsjeroversteek, lopen over sneeuw en ijs, mooi om een keer meegemaakt te hebben, maar dat is volgens mij niet helemaal mijn ding. Maar misschien kwam dat door het gedoe met dat stijgijzer. Mooi is dat ik hiermee mijn referentiekader heb kunnen uitbreiden en nu beter weet waar de grenzen liggen wat ik wil en kan op bergsportgebied. En nu mijn hielspoor weg is kan ik volgend jaar misschien weer een bergtrail doen. Lekker licht bepakt kilometers en hoogtemeters maken!

Maar, zonder hielspoor had ik dit mooie avontuur niet kunnen meemaken. Door te denken in mogelijkheden. Dus hielspoor: bedankt!


Reacties

Eén reactie op “Opeens heb je het, je wordt alpinist”

  1. Arno voor de Poorte avatar
    Arno voor de Poorte

    Wat een avontuur. Mooi beschreven. Smaakt zeker naar meer?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.