Het was nog donker toen ik vanmorgen de deur uit liep. Het vroor bovendien, te zien aan de geparkeerde auto’s. Toen ik bij de duinen aankwam werd het al iets lichter. Ik spotte een andere loper met een koplamp, maar ik vond het inmiddels licht genoeg om de hoofdlamp in mijn rugzak op te bergen. De duinen waren wit van de rijp en de maan scheen helder door de bomen.
Er word al weer een tijdje hard gewerkt in de duinen, met groot materieel. Waar dit voor nodig is mag Joost weten. In ieder geval hadden ze kans gezien om rijk begroeide vlaktes en hellingen af te graven. Hele ecosystemen verandert in stukjes woestijn. Blijkbaar een grote hobby van iemand die hier over het duinbeheer gaat. Wat is er mis met de duinen als je dit soort dingen niet doet?
De zon kwam op en even later liep ik door de, eveneens door mensen bedachte, grote inham in het zeewerend duin het strand op. Slechts een paar honderd meter zuidwaards ging ik het strand weer af bij Parnassia. Daar liepen 3 hoffers (geïnspireerd door Wim Hof). De heren wandelden met stokken in korte broek en ontblote bovenlijven het strand op, en dat terwijl het net boven het vriespunt was. Toevallig zag ik op de Facebookpagina van Kilimanjaro Expeditie 2015 foto’s van deze 3 heren.
Ik liep over de Hazenberg en de Starreberg richting ingang Bleek en Berg. Terwijl het nationale park zijn hardlopersverzadigingspunt begon te bereiken, stapte ik thuis moe maar voldaan op de deurmat. Ik had zo’n 19 km aan zichtbare en onzichtbare noppige voetsporen gemaakt.
Geef een reactie