Ik zou een PR gaan lopen. Althans, ik zou de omstandigheden creëren om een PR mogelijk te maken. Door deze zelfopgelegde druk was ik gek genoeg al om 3 uur ’s nachts wakker en baalde dat de loop pas om half 2 in de middag was. Ik loop graag ’s morgens vroeg, dan hoef ik ook nog niets te eten. Op de nuchtere maag loop ik het lekkerst (leeuwen gaan ook niet jagen als ze net gegeten hebben).
Voor ik zelf ging rennen zag ik de lopers van de 5K en de 10K binnenkomen. Met enige nostalgie sloeg ik het gade. Hier en daar flitste een bekende langs, alsmede vriend Raymond, die ik wel zag lopen in de Zijlstraat, maar later bij de finish niet meer kon vinden in de drukte.
Omdat ik niet helemaal achterin het startvak wilde staan bracht ik mijn jasje op tijd naar mijn fiets die in de stalling in de Smedestraat stond. Daarna liep ik snel het startvak in om een beetje de luwte op te zoeken tussen de andere lopers. Ik kreeg het al snel best koud. Gelukkig werd er op enig moment gestart. Mijn collega en ik wensten elkaar succes. Hij wist handig tussen de krioelende massa naar voren te snellen. Ik heb de Z (van Opzet) op zijn rug nog een paar kilometer gezien. Ik liep blijkbaar ook niet heel langzaam. Op de Westelijke Randweg stond een krachtige tegenwind. Voordeel van een beetje tempo maken is het warm krijgen. Dat werd geneutraliseerd door de frisse wind. Op de Bovenweg (de afstandscorrigerende lus) zag ik ineens aan de andere kant van de lus mijn collega weer. Zo ver zat hij dus niet voor me. Het voordeel als je de route al vaker gelopen hebt is dat de voorheen eindeloze stukken korter lijken. Zo ook de Duinlustweg tot Kraantje Lek. Tot daar heb ik nog veelvuldig mensen ingehaald. Op het Visserspad stuitte ik tot mijn verbazing op een pacer. Hij had op zijn rug een tijd van 1:45 staan. Deze man was van het ABN-Amro businessteam. Er liepen ook een paar ABN-Amroërs achter maar nog veel meer wilde lopers. Voor mij de eerste kennismaking met het fenomeen pacer. Ik besloot de pacer in te halen. Even verderop was een waterpost, net na het tunneltje richting het Kraansvlak. Daar nam ik een stuk banaan en een beker water. Ik at de banaan en wist niet goed wat ik met het water moest. Even stilstaan en opdrinken maar. De rattenvanger van Hamelen (de pacer) liep voorbij en ik sloot aan achter de gepaceden met als voornemen daar ontspannen tot de finish te blijven lopen. Mijn looptempo ging hierdoor iets omlaag en het lopen ging hierdoor vrij gemakkelijk. Er was 1 probleem: ik heb het tot nu toe nooit voor elkaar gekregen om vlak te lopen. Negatieve splits zijn mij vreemd. Dat probeer ik wel te trainen op de atletiekbaan maar ik heb tot nu toe alle wedstrijden met positieve split gelopen. Deze loop zou geen uitzondering zijn. Gelukkig had de pacer wat speling en zakte hij af en toe een stukje terug om uitlopende ABN-Amroërs te proberen bij de groep te houden. Toen we op de Zeeweg afsloegen richting Middenduin moest ik ze laten gaan. Gelukkig heb ik ze nog tot op het Houtmanpad (het Bartlehiem van de ZKAloop) in het zicht gehad, dus mijn uitlopen viel nog mee. De laatste kilometers werd ik door de ene na de andere loper ingehaald. Op de reservetank lopend zat er voor mij geen eindsprint meer in. Tot mijn verbazing liep ik de finish over toen de klok op 1:44 stond. Helemaal geen foute tijd dus. Met dank aan de pacer en het ideale loopweer.
Thuis zocht ik mijn tijd tussen de uitslagen en zag een netto eindtijd van 1:43:05. een verschil van meer dan 16 minuten op mijn debuuttijd van vorig jaar. Als dat geen PR is. Er stond ook een snelheid van gemiddeld 12,3 km/u bij mijn uitslag. Dat is precies dezelfde gemiddelde snelheid van mijn 10K PR en mijn 15K PR. Zou het mijn ideale snelheid zijn? Niet voor afstanden langer dan 21K. Nog niet in ieder geval.
Geef een reactie