Al een aantal jaren stond de Kennedymars Vijfhuizen op mijn wensenlijstje. In 2007, dat was voor mijn hardloopcarrière, liep ik er al één in Sittard. En waarom deze Kennedymars en waarom überhaupt een Kennedymars? Dat vroeg ik mij onderweg eigenlijk pas af.
Ik meldde me aan en we vertrokken gisteravond vanuit de feesttent. Veel echte wandelaarstypes, waarvan een aantal ter voorbereiding speciaalbier dronk. We werden uitgezwaaid door feestende feestweekgangers. Het regende, maar het werd gelukkig vrij snel droog. Eigenlijk was er daarna niets aan te merken op het weer. Het waaide wel aardig, maar koud was het niet. Maar door de natte straten waren mijn schoenen en sokken nat geworden. Op zich geen probleem, dacht ik. Tijdens trails heb ik onderweg door rivieren gewaad en geen enkele hinder ondervonden van natte schoenen en sokken. Toch leek het, nee ik wist het zeker: Na slechts een kilometer of 10, ik liep toen langs de Polderbaan waar af en toe een vliegtuig opsteeg, voelde ik dat blaren onontkoombaar waren. Dat was het punt dat ik me afvroeg: Waarom loop ik hier eigenlijk? Misschien had ik me dat zonder die grote kans op blaren een heel stuk later afgevraagd.
Het eerste stuk van de Kennedymars was een flink rondje om Vijfhuizen. Na dat rondje kwam ik weer in de buurt van waar ik de auto had geparkeerd. Ik kon op dat moment alleen maar voordelen bedenken om te stoppen: Geen blaren, gewoon kunnen slapen, tijd over hebben voor andere belangrijke dingen, geen stijfheid, geen spierpijn, niet afzien, geen oververmoeidheid. Verdergaan en later stoppen zou logistiek een stuk lastiger zijn. Ik besloot naar de auto te lopen en naar huis te gaan.
Ha, mijn tweede DNF (Dit Not Finish). Ooit, in een ver verleden, begon ik aan een 100 kilometer wandeltocht in België die ik ook (nog voor de helft) heb afgebroken. Wat heb ik hiervan geleerd? Dat ik lange wandeltochten over langgerekte wegen in het donker niet leuk vind.
Geef een reactie